INSTRUCTIEHANDLEIDINGINSTRUCTIEHANDLEIDINGDeze instructiehandleiding is van kracht met ingang van September 2004. Voor informatie over het gebruik van
10Voor gedetailleerde informatie worden tussen haakjes referentiepaginanummers gegeven (p.**). Namen van de onderdelenLampje zelfontspanner (p.78)Cont
100SynchronisatietijdDe EOS-1Ds Mark II kan synchroniseren met compacte flitsers van andere merken op sluitertijden van 1/250 sec. of trager. Bij grote
1015OpnameweergaveU kunt opnamen die u hebt gemaakt bekijken of verwijderen. U kunt er zelfs geluid aan toevoegen. Opnamen gemaakt met een andere came
102Opnamen worden meteen na het maken weergegeven op het LCD-scherm. U kunt een van de volgende drie opties instellen: [Aan] om de afbeelding weer te
103U kunt het aantal seconden dat een opname wordt weergegeven op het LCD-scherm, wijzigen. 1Selecteer [Kijktijd]. ¡Selecteer het tabblad <z>. ¡
104Verticale opnamen kunnen automatisch worden geroteerd zodat ze tijdens het afspelen rechtop worden weergegeven. De afbeeldingsrotatie werkt alleen
105Elke opname kan worden geselecteerd voor weergave. U kunt een enkele opname, opname-informatie, een index of een vergroting weergeven. 1Geef de opn
1061Geef de opname weer. 2Wijzig het weergaveformaat. ¡Houd de knop <V> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5>. s Het weergaveformaat o
1073Waarschuwing bij overbelichtingStel in het menu <x> het item [Overbel. waarschuwing] in op [Aan]. De overbelichtingswaarschuwing wordt vervo
108In het menu <x> kunt u [Toon histogram] instellen op [Helder] of [RGB]. [Weergave Helder]Dit histogram toont in grafiekvorm de verdeling van h
109Opnamen kunnen 1,5 tot 10 maal worden uitvergroot op het LCD-scherm. 1Selecteer de opname die u wilt vergroten. 2Vergroot de opname. ¡Houd de knop
11Flitssynchronisatiecontacten CameraschoenLCD-paneel (p.13)〈6〉 Hoofdinstelwiel (p.29)〈O〉 Belichtingscompensatie-/diafragmaknop (p.92/90)〈U〉 Knop LCD-
110U kunt een opname 90° of 270° rechtsom roteren. Opnamen worden dan in de correcte richting weergegeven als u ze bekijkt. 1Selecteer [Roteren]. ¡Sel
111Stel in het menu <b> het item [Video Systeem] in op [NTSC] of [PAL ] in overeenstemming met het systeem van uw tv. Schakel de camera en de tv
112Voorkomt dat de opname per ongeluk wordt gewist. 1Geef de opname weer die u wilt beveiligen. 2Beveilig de opname. ¡Druk op de knop <H>. s Het
113U kunt alle opnamen in een map (p.61) of op een geheugenkaart in één keer beveiligen. U kunt de beveiliging van alle opnamen ook in één keer opheff
114U kunt geluid opnemen en toevoegen aan elke opname. Het geluid wordt opgenomen in het beeldbestand en kan worden afgespeeld met de meegeleverde sof
115U kunt een enkele opname wissen met de knop <L>, alle opnamen in een map wissen, of met menuopdrachten alle opnamen op een geheugenkaart wiss
1161Selecteer de map met de opnamen die u wilt wissen. (p.61)2Stel de weergavemodus in. ¡Druk op de knop <V>. ¡Als het mapselectievenster versch
1171Selecteer [Wis alles op de kaart]. ¡Selecteer het tabblad <x>. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> naar [Wis
118Als u een geheugenkaart formatteert, worden alle gegevens gewist, ook beveiligde opnamen. Controleer voor het formatteren of er niets meer op de ka
119“Card err” (Kaartfout)Als “Card err” (Kaartfout) op het LCD-paneel wordt weergegeven, duidt dit op een probleem met de geheugenkaart waardoor de af
12* In deze handleiding wordt met “SD-kaart” de SD-geheugenkaart bedoeld. 〈H〉 Beveiligings-/geluidopnameknop (p.112/114)〈V〉 Weergaveknop (p.60, 105)〈L
120H44_E.book Page 120 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
1216Rechtstreeks afdrukkenvanaf de cameraIn dit deel wordt uitgelegd hoe u de foto’s van uw digitale camera kunt afdrukken met een printer die rechtst
122U voert de procedure voor rechtstreeks afdrukken helemaal uit via het LCD-scherm van uw camera.U gaat op dezelfde manier te werk als bij het select
1234Schakel de printer in.5Zet de aan-/uitschakelaar van de camera op <1>.s Sommige printers kunnen een pieptoon laten horen.6Geef de opname wee
124¡ Als de camera op een batterij werkt, dient deze volledig te zijn opgeladen. Controleer het batterijniveau regelmatig terwijl u rechtstreeks afdru
125Afhankelijk van uw printer kunnen bepaalde instellingen afwijken of niet beschikbaar zijn. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de printer voor m
126¡Selecteer het formaat van het papier dat in de printer moet worden geplaatst.¡Selecteer het type papier dat in de printer moet worden geplaatst.Pa
127Pagina-indeling4Stel de andere opties in.¡Indien gewenst kunt u ook het afdrukken van de datum <H>, de afdrukeffecten <E> en het aantal
128¡ Afhankelijk van de grootte en de opnamekwaliteit van de afbeelding, kan het even duren voordat het afdrukken begint nadat u [Print] hebt geselect
1291Selecteer de opname die moet worden afgedrukt.¡Controleer of linksboven op het LCD-scherm het pictogram <A> wordt weergegeven.2Druk op de kn
13LCD-paneel aan de bovenzijdeBij werkelijk gebruik worden alleen de symbolen weergegeven die in die situatie van toepassing zijn. DiafragmaAantal ree
1304Stel de opties in.¡Stel de [Beeld], [Randen] en [Datum] in zoals gewenst.¡[Wanneer u fotoformaatpapier gebruikt, kunt u Beeld] selecteren. Als u [
1316Druk de opname af.¡Selecteer [Print].s Het afdrukken zal worden gestart.¡Wanneer het afdrukken is voltooid, gaat het scherm terug naar stap 1.¡Als
1321Selecteer de opname die moet worden afgedrukt.¡Controleer of linksboven op het LCD-scherm het pictogram <S> wordt weergegeven.2Druk op de kn
1334Stel de opties in.¡[Met Papier] stelt u het formaat in van het papier dat in de printer ligt.¡Controleer de instellingen [Randen] en [Datum] en st
134Bij de instelling [Randen] wordt bij sommige printers de datum op de rand afgedrukt. ¡ Als [Datum] is ingesteld op [Aan], wordt de opnamedatum afge
135U kunt de afbeelding bijsnijden (afstellen) en alleen het afgesneden gedeelte afdrukken.Snijd de afbeelding bij voordat u deze afdrukt. Als u eerst
1363Sluit de instelling voor afstellen af.¡Druk op de knop <X>.s Het scherm met afdrukinstellingen verschijnt weer.s Linksboven ziet u het bijge
1377DPOF: Digital PrintOrder FormatMet DPOF (Digital Print Order Format) kunt u aangeven welke en hoeveel opnamen van de geheugenkaart moeten worden a
138Stel het afdruktype, het afdrukken van de datum en het bestandsnummer in. De afdrukinstellingen worden toegepast op alle opnamen die zijn geselecte
1394 Verlaat het instellingenscherm.¡ Druk op de knop <7>.s Het scherm met afdrukopties verschijnt weer.¡ Selecteer vervolgens [Opdracht] of [Al
14LCD-scherm aan de achterzijdeBij werkelijk gebruik worden alleen de symbolen weergegeven die in die situatie van toepassing zijn. Witbalans Q Automa
1401Selecteer [Opdracht].s Het opdrachtscherm verschijnt.2Selecteer de opname die moet worden afgedrukt.¡ Als u de camera instelt voor indexweergave,
1414Sluit het opdrachtscherm af.¡Druk op de knop <7>.s Het scherm met afdrukopties verschijnt weer.¡Druk nogmaals op de knop <7> om de afd
1423Sluit het scherm met afdrukopties af.¡In het scherm met afdrukopties drukt u op de knop <7>.s De instellingen worden opgeslagen op de geheug
143Met een printer die compatibel is met rechtstreeks afdrukken, kunt u gemakkelijk afbeeldingen afdrukken met DPOF.1Bereid het afdrukken voor.¡Zie pa
1445Start het afdrukken.¡Selecteer [OK].s Het afdrukken wordt gestart.¡Als u het afdrukken wilt stopzetten, drukt u op de knop <X> wanneer [Stop
1458De camera aanpassen aanuw persoonlijke voorkeurenU kunt verschillende functies van de camera aanpassen zodat deze volledig is afgestemd op uw pers
1461Selecteer [Persoonlijke voorkeuze (C.Fn)]. ¡Selecteer het tabblad <n>. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> n
147C.Fn-03 wordt niet gebruikt. 3Instellingen persoonlijke voorkeurenC.Fn-01 Zoekerbeeld bij belichting1: Toont belichtingsinformatie en het aantal r
148C.Fn-05 Handm. Tv/Av instel. voor M exp. 1: Dit is handig als u opnamen maakt in een studio met studioflitsers en vaak het diafragma wijzigt. Als u
149C.Fn-07 USM lens elec. MF1: Dit voorkomt dat de focus wordt verstoord wanneer na One-Shot AF de focusring per ongeluk wordt gedraaid. Zowel bij C.
15ZoekerinformatieZone centrale spotmetingLaser-mat schermq Handmatige belichtingw AE-vergrendelingAEB in werkingMulti-spotmetingr Flits gereedFlitsbe
150C.Fn-09 Reeksopnamen/auto uitschakelenU kunt de AEB-volgorde wijzigen wanneer u de reeksopnamefunctie toepast voor de sluitertijd, het diafragma of
151C.Fn-12 Spiegel opklappen1: Dit is handig voor close-up- en zoomlensopnamen en voorkomt dat de camera door de spiegelbeweging gaat trillen. Zie pa
152C.Fn-16 Veiligheidsshift in Av of TvDe veiligheidsshift kan worden ingesteld in de modi AE-sluiterprioriteit en AE-diafragmaprioriteit. 1: Als de
153C.Fn-18 Naar ingesteld AF-punt schakelen1: Druk op de knop <P> als u wilt overschakelen naar het ingestelde AF-punt. 2: Schakel alleen over
154C.Fn-20 AI Servo volggevoeligheid1 of 2: Zo vermijdt u dat de AF wordt verstoord door een obstakel dat onverwacht tussen de camera en het onderwerp
155U kunt maximaal drie groepen met persoonlijke voorkeuren instellen. U kunt een groep met persoonlijke voorkeuren inschakelen onder bepaalde opnameo
1565Stel een groep in of pas een groep toe. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> naar [OK]. Laat de knop <X> verv
157Naast persoonlijke voorkeuren kunt u ook persoonlijke functies instellen waarmee u de camera nog verder kunt afstemmen op uw specifieke wensen. Deze
158U kunt persoonlijke functies die zijn ingesteld met de meegeleverde software, opheffen en opnieuw instellen. Instellingen voor persoonlijke functie
159U kunt de opnamemodus, de menu-instellingen en de instellingen voor de persoonlijke voorkeuren en functies op een geheugenkaart opslaan en later in
16¡De pictogrammen en markeringen die in deze handleiding verwijzen naar knoppen, instelwielen en instellingen op de camera corresponderen met de pict
1601Zet de camera-instellingen op de geheugenkaart over op de camera. 2Selecteer [Instellingen laden]. ¡Selecteer het tabblad <c>. ¡Houd de knop
1619ReferentiemateriaalMet behulp van dit hoofdstuk leert u de camera beter kennen. U vindt er informatie over basisopnameconcepten, systeemaccessoire
162Raadpleeg eerst de Handleiding Problemen oplossen wanneer een probleem optreedt. ¡ U gebruikt de verkeerde batterij. s Gebruik de speciale Ni-MH-ba
163¡ Automatisch uitschakelen is geactiveerd. s Zet de schakelaar <4> weer op <1> of zet Uitschakelen op [Uit]. (p.35)¡ De batterij is bij
164¡ De focusinstellingsknop van de lens is ingesteld op <g>. s Op de lens stelt u de focusinstellingsknop in op <f>. (p.23)¡ De camera be
165Wanneer er een camerafout optreedt, verschijnt <Err xx> op het bovenste LCD-paneel. Volg de onderstaande instructie om een oplossing te vinde
166U kunt het focusscherm van de camera wijzigen om de situatie van het onderwerp of de opname beter te maken. U dient ook C.Fn-00 in te stellen zodat
167Ec-series Uitwisselbare focusschermenEc-A: Standaard microprisma Ec-H: Laser-mat met schaalEc-B: Nieuw gesplitst schermEc-I: Laser-mat met dradenkr
168Belangrijkste accessoires (optioneel)Ni-MH-batterij NP-E3Speciale batterij met hoge capaciteit. Nominale spanning van 12 V. Kan tot 500 keer weer w
169Afstandbediening RS-80N3Dit is een afstandsbediening met een snoer van 80 cm om te voorkomen dat de camera beweegt bij opnamen met een zoomlens, ma
171Aan de slagDit hoofdstuk legt een aantal voorbereidende stappen en de basisbediening uit voor de EOS-1Ds Mark II. H44_E.book Page 17 Wednesday, S
170Systeemoverzicht220EXST-E2 420EX 580EXMacro Ring Lite MR-14EXMacro Twin Lite MT-24EXOculairdop Ec-IIOculairdop Ec - voorkomt beslaanRubberframe Ec
171Wireless FileTransmitterWFT-E1Toegangspuntdraadloos LANCF-kaartSD-geheugenkaartKaartlezerGegevensverificatiesetDVK-E2PC-kaartadapterInterfacekabelI
172• TypeType: Digitale AF/AE SLROpslagmedium: Type I of II CF-kaart, SD-geheugenkaartBeeldgrootte: 36 x 24 mmCompatibele lenzen: Canon EF-lenzen (beh
173Interface: IEEE1394 voor PC’sUSB voor rechtstreeks afdrukkenVideo-uitgang (NTSC/PAL)• WitbalansInstellingen: Instellingen: auto, daglicht, schaduw,
174Werkbereik AF: EV 0-18 (bij ISO 100 bij 20°C)Focusmodi: One-Shot AF (ONE SHOT)AI Servo AF (AI SERVO)Handmatig scherpstellen (MF)AF-puntselectie:Aut
175Ontspanknop: Soft-touch elektromagnetische ontspannerZelfontspanner: Vertraging van 10 sec. of 2 sec.Afstandsbediening: Afstandsbediening met aansl
176• Geluid opnemenOpnamemethode: Het commentaar dat is opgenomen met de ingebouwde microfoon wordt gekoppeld aan de afbeelding. Bestandsindeling: WAV
177Bij dit produkt zijn batterijengeleverd. Wanneer deze leegzijn, moet u ze niet weggoolenmaar inleveren als KCAH44_E.book Page 177 Wednesday, Sept
178Aaan-/uitschakelaar ...27aangepaste witbalans ...49accessoires ...168Activ
179MM (handmatige belichting) ...90map aanmaken ...60map selecteren ...61maximale o
18Raadpleeg de instructies voor het Ni-MH-batterijpakket NP-E3 of de Ni-MH-batterijlader NC-E2 voor meer informatie over het gebruik van de batterij.
INSTRUCTIEHANDLEIDINGINSTRUCTIEHANDLEIDINGDeze instructiehandleiding is van kracht met ingang van september 2004. Voor informatie over het gebruik van
193Laad de batterij op. s Wanneer u de batterij plaatst, begint deze automatisch op te laden en licht het <CHARGE>-lampje op. s Wanneer de batte
2Bedankt voor het kopen van een Canon-product. De EOS-1Ds Mark II is een hoogwaardige, digitale AF-spiegelreflexcamera met een grote (36 mm x 24 mm), 1
201Verwijder het kapje van het batterijcompartiment. ¡Houd het kapje aan beide zijden vast en trek het los. 2Installeer de batterij. ¡Terwijl u de bat
21BatterijduurDe bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op testcriteria van CIPA (Camera & Imaging Products Association). 1Klap de ontgrendelknop van
22Met de gelijkstroomkoppelingsset DCK-E1 kunt u de camera aansluiten op een gewone wandcontactdoos en hoeft u niet bang te zijn dat de batterij leegr
231Verwijder de doppen. ¡Verwijder de achterste lensdop en de cameradop door ze los te draaien in de richting van de pijl. 2Plaats de lens. ¡Plaats de
24De camera is geschikt voor zowel een CF-kaart als een SD-kaart. Er moet ten minste één kaart zijn geïnstalleerd om opnamen mogelijk te maken. Als be
254Zet de knop <4> op <1>. s Het aantal mogelijke opnamen wordt weergegeven op het bovenste LCD-paneel en in de zoeker. s Mapnummer en bes
26¡ De lees-/schrijfindicator brandt of knippert als de opname wordt gemaakt, als er gegevens worden overgebracht naar de geheugenkaart en als er gegev
27De camera werkt alleen als de schakelaar <4> is ingeschakeld. <2>: De camera is uitgeschakeld en werkt niet. <1>: Zet de schakela
28De ontspanknop heeft twee fasen. U kunt de ontspanknop half indrukken. Vervolgens kunt u de ontspanknop helemaal indrukken. Half indrukken (9)Hierme
29Het instelwiel <6> wordt vooral gebruikt voor opname-instellingen. U kunt het op drie manieren gebruiken:(1)Wanneer u een knop indrukt, draait
3Controleer of alle onderstaande onderdelen van de camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt. U kunt de bijbehorende a
30Het instelwiel <5> wordt gebruikt om het AF-punt en het LCD-scherminstelling te selecteren. Dit instelwiel <5> werkt alleen als de schak
31Om verticaal te fotograferen, heeft de verticale greep (onderaan de camera) een ontspanknop, een hoofdinstelwiel, een knop voor AF-puntselectie, een
32Met de menu's kunt u diverse optionele instellingen maken, zoals bewerkingsparameters, datum/tijd, persoonlijke voorkeuren, enz. Terwijl u naar
331Geef het menu weer. ¡Druk op de knop <M> om het menu weer te geven. Druk nogmaals op de knop om het menu te sluiten. ¡Open het menu en volg d
345Sluit het menu af. ¡Druk op de knop <M> om af te sluiten. Menu-instellingen<z> OpnamemenuHandm. witbalansHandmatige instelling van de w
35<c> Instellingenmenu 1Uitschakelen1 min.2 min.4 min.8 min.15 min.30 min.UitBestandsnr.Auto resetContinuM- resetBackUpUitCF-kaartSD-kaartBeeldo
36¡Als u gebruikmaakt van het LCD-scherm, kunt u het instelwiel <5> gebruiken, zelfs als de schakelaar <7> op <2> staat. U kunt het
371Verwijder de oculairdop. ¡Pak beide zijden van de oculairdop beet en schuif de dop omhoog om deze te verwijderen. 2Draai aan de diopterknop. ¡Draai
381Selecteer [Datum/Tijd]. ¡Selecteer het tabblad <b>. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om [Datum/Tijd] t
39De levensduur van de back-upbatterij voor datum/tijd is ongeveer 10 jaar. Als de datum/tijd wordt gereset, vervangt u de back-upbatterij door een ni
4InleidingControlelijst onderdelen... 3Tips en waarschuwingen voor het gebruik .
40De CMOS-sensor is te vergelijken met de film in een gewone filmcamera. Elk stofje of ander vreemd deeltje dat op de sensor achterblijft, kan op de fot
414Druk de ontspanknop helemaal in. s De spiegel wordt opgeklapt en de sluiter wordt geopend. 5De CMOS-sensor schoonmaken¡Gebruik een blaasbuisje om s
42De nekriem en de handriem bevestigenDe nekriem bevestigenDe handriem (optioneel) bevestigen142536De nekriem bevestigenNadat u de riem hebt vastgemaa
432Opname-instellingenDit hoofdstuk legt de instellingen uit voor het maken van digitale opnames: opnamekwaliteit, ISO-waarde, witbalans, kleurmatrix
44U kunt de beeldgrootte (opgeslagen pixels) en de JPEG-kwaliteit (compressieverhouding) instellen. Bij het selecteren van de beeldgrootte kunt u ook
45Afbeeldingen in RAW-indeling moeten nog worden bewerkt op een pc. Hiervoor is enige kennis vereist, maar de benodigde software is meegeleverd.<1&
46U kunt bij de standen 3/4/5/6 de opnamekwaliteit instellen. 1 Selecteer [JPEG-kwaliteit]. ¡Selecteer het tabblad <z>. ¡Houd de knop <X>
47De ISO-waarde is een numerieke indicatie van de lichtgevoeligheid. Een hogere ISO-waarde betekent een grotere lichtgevoeligheid. Een hoge ISO-waarde
48Bij de instelling <Q> zal doorgaans automatisch de optimale witbalans worden ingesteld. Als u met de instelling <Q> geen natuurlijke kle
49Bij de aangepaste witbalans fotografeert u een wit object dat als basis wordt gebruikt voor de instelling van de witbalans. Wanneer u deze opname se
5Het AF-punt registreren en inschakelen ...70Activeringsgebied AF-punt ...
504Importeer de gegevens van de witbalans. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om [OK] te selecteren. Laat de knop
51U kunt de kleurtemperatuur van de witbalans numeriek instellen. 1Selecteer <P> voor de witbalans. ¡Houd de knop <B> ingedrukt en draai a
52U kunt de standaardkleurtemperatuur van de witbalansinstelling corrigeren. Deze correctie heeft hetzelfde effect als het gebruik van kleurtemperatuu
53Het is mogelijk drie opnamen met een verschillende kleurtoon in één keer op te slaan. De opname wordt niet alleen opgeslagen met de standaardkleurte
543Maak de opname. s De drie opnamen van de reeks worden in deze volgorde op de geheugenkaart opgeslagen: standaardkleurtemperatuur, verlaagde kleurte
55Met de kleurmatrix kunt u de gewenste kleurschaduw, kleurtoon en kleurruimte (bereik van te reproduceren kleuren) selecteren. Deze zijn vergelijkbaa
56U kunt de volgende instellingen van de kleurmatrix aanpassen: ([Kleurruimte], [Verzadiging] en [Kleurtoon])1 Selecteer [Kleurmatrix]. ¡Selecteer het
575Selecteer de gewenste instelling. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5>om de gewenste instelling te selecteren. L
58De door u gemaakt opname kan automatisch door de camera worden bewerkt volgens een van drie sets door u ingestelde bewerkingsparameters ([Tooncurve]
594Selecteer het in te stellen item. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om de parameter te selecteren. Laat de kn
6VeiligheidsmaatregelenVoorkom letsel, dodelijke ongevallen of schade aan materiaal door deze veiligheidsmaatregelen op te volgen en de apparatuur op
60U kunt mappen aanmaken en selecteren. Wanneer uw camera is uitgerust met een CF-kaart én een SD-kaart, kunt u kiezen welke geheugenkaart u wilt gebr
61¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om een map te selecteren. Laat de knop vervolgens los. s De map wordt nu ges
62De opname wordt op de CF-kaart en op de SD-kaart opgeslagen in de map met hetzelfde nummer en heeft hetzelfde bestandsnummer, hetzelfde aantal pixel
63De bestandsnummers zijn vergelijkbaar met de beeldnummers op een film. Er zijn twee methoden voor bestandsnummering: [Auto reset] en [Continu]. De op
64De volgorde van de bestandsnummering wordt niet onderbroken, zelfs niet wanneer u de geheugenkaart vervangt. Zo wordt voorkomen dat opnamen hetzelfd
653Autofocus entransportmodiHet ovale AF-gebied heeft 45 AF-punten. Door het optimale AF-punt te kiezen wordt een automatische focus uitgevoerd terwij
661Stel de focusinstellingsknop op de lens in op <f>. 2Selecteer de gewenste AF-modus. ¡Houd de knop <f> ingedrukt en draai aan het instel
67Als u wilt scherpstellen op een onderwerp dat buiten het ovale AF-gebied valt, volgt u de onderstaande procedure. Deze techniek noemt men focusvergr
68Uit de vijfenveertig AF-punten selecteert de camera automatisch het AF-punt dat het beste past bij het onderwerp. (U kunt kiezen uit drie groepen AF
69Handmatige selectie met slechts 11 AF-punten (p.151)¡Aangezien er slechts 11 AF-punten zijn, kunt u meer aandacht besteden aan de beeldcompositie.
7• Als u de apparatuur laat vallen en de behuizing zodanig beschadigd raakt dat de inwendige onderdelen bloot komen te liggen, raakt u deze dan niet a
70Door een AF-punt dat u vaak gebruikt te registreren, kunt u er ogenblikkelijk naar overschakelen. U kunt elk van de vijfenveertig AF-punten registre
71Als u naar een geregistreerd AF-punt wilt overschakelen, drukt u tegelijkertijd op de knoppen <P> en <S>. Met C.Fn-18-1/2 (p.153) hoeft
72U kunt C.Fn-17 zo instellen dat de omliggende AF-punten worden opgenomen in het activeringsgebied van het AF-punt. (C.Fn-17) (p.152)Stel persoonlijk
73Alle AF-punten van de EOS-1Ds Mark II zijn gevoelig over de horizontale lijn. Bij lenzen met een groot maximaal diafragma kunnen sommige AF-punten e
74(3) Als de volgende lenzen uit de L-serie met een maximaal diafragma van f/8 of hoger worden aangesloten met een extender, werkt AF alleen met het m
75Met autofocus lukt het niet altijd om het onderwerp scherp te stellen (het focusbevestigingslampje <o> knippert) bij de volgende onderwerpen:O
76Zet de focunsinstellingsknop van de lens op <g> en draai aan de focusring om scherp te stellen. Handmatig scherpstelling¡ Als u een AF-punt se
77Selecteer de transportmodus. ¡Houd de knoppen <W> en <Q> ingedrukt en draai aan het instelwiel <6> om de transportmodus te selecte
781Selecteer de zelfontspannermodus. ¡Houd de knoppen <W> en <Q> ingedrukt en draai aan het instelwiel <6> om de zelfontspannermodus
794BelichtingU kunt voor ieder onderwerp de optimale lichtmeetmodus, transportmodus en opnamemodus instellen (d/s/f/a). Ook enkele andere handige opna
8Behandelen van de camera¡ Deze camera is een precisie-instrument. Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan fysieke schokken. ¡ De camer
80Selecteer de lichtmeetmodus. ¡Houd de knop <Q> ingedrukt en draai aan het instelwiel <6> om de gewenste meetmodus te selecteren. Laat de
81eGemiddelde meting met nadruk op het middenDe meting wordt uitgevoerd in het midden, waarna een gemiddelde voor de gehele opname wordt berekend. Spo
82Bij een multi-spotmeting ziet u de relatieve belichtingsniveaus van diverse gebieden van de opname en stelt u zelf de belichting in om het door u ge
83¡ U kunt per opname maximaal acht spotmetingen uitvoeren. Als u de knop <I> nogmaals indrukt voor een negende spotmeting wordt deze meting nie
841Selecteer <d> op het LCD-paneel. ¡Houd de knop <W> ingedrukt en draai aan het instelwiel <6> om <d> te selecteren. Laat de
85¡ Wanneer “30” en de maximumdiafragmawaarde knipperen, is er sprake van onderbelichting. Verhoog de ISO-waarde of gebruik de flitser. ¡ Wanneer “8000
86In deze modus stelt u de sluitertijd in en stelt de camera automatisch de diafragmawaarde in die past bij de helderheid van het onderwerp. Dit heet
87¡ Wanneer de maximumdiafragmawaarde knippert, is er sprake van onderbelichting. Draai aan het instelwiel <6> totdat de diafragmawaarde niet me
88In deze modus stelt u het gewenste diafragma in en stelt de camera automatisch de sluitertijd in die past bij de helderheid van het onderwerp. Dit h
894Kijk in de zoeker en maak de opname. ¡Wanneer de sluitertijd niet knippert, is de belichting goed. Druk op de knop Preview scherptediepte om het di
9LCD-paneel en LCD-scherm¡ Hoewel het LCD-scherm is gefabriceerd met hogeprecisietechnologie en meer dan 99,99% actieve pixels heeft, kunnen er onder
90In deze modus stelt u zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde in. Kijk naar de belichtingsniveau-indicator in de zoeker of gebruik een handmatig
915Stel de belichting in. ¡Controleer het belichtingsniveau en stel de sluitertijd en het diafragma in. 6Maak de opname. Belichtingsniveau-indicatorH4
92Belichtingscompensatie wordt gebruikt om de standaardbelichtingsinstelling van de camera te wijzigen. U kunt het beeld lichter (verhoogde belichting
93De camera kan het belichtingsniveau automatisch wijzigen met +/–3 stappen in verhogingen van 1/3 voor drie opeenvolgende opnamen. Dit worden reeksop
94Stel de ISO-waarde in voor de standaardbelichting van de reeksopnamen. Als u bijvoorbeeld een reeksopname wilt met +/- 1 stap voor ISO 200, 400 en 8
95Met AE-vergrendeling kunt u de belichting op een andere plaats vergrendelen dan het focuspunt. Nadat u de belichting hebt vergrendeld, kunt u het be
96Wanneer bulb is ingesteld, blijft de sluiter geopend zolang u de ontspanknop geheel houdt ingedrukt. Deze methode wordt bulbbelichting genoemd. Gebr
97Het opklappen van de spiegel is mogelijk met C.Fn-12. (p. 151). Hierdoor wordt voorkomen dat de spiegel trillingen veroorzaakt en de opname er wazig
98Met de voor de EOS geschikte Speedlite-flitsers uit de EX-serie is flitsfotografie net zo eenvoudig als elke andere automatische belichtingsmodus. Raad
99¡ Wanneer Speedlites met automatische TTL en A-TTL-flitsopnamen (de series EZ, E, EG, ML en TL) worden ingesteld op de automatische TTL- of A-TTL-flit
Comments to this Manuals