Behandeling van papier Hoofdstuk 4
Normaal papier
Volg deze aanwijzingen wanneer normaal papier is geselecteerd:
❏
De laserprinter gebruikt hoge temperaturen om de toner op het papier te
fixeren. Gebruik papier dat niet smelt, verdampt, verkleurt of schadelijke
dampen afgeeft bij temperaturen rond de 170°C. Gebruik bijvoorbeeld geen
velijnpapier in een laserprinter. Zorg dat het briefpapier of het gekleurde papier
dat u gebruikt bestand is tegen hoge temperaturen.
❏
Zorg dat het papier vrij is van stof, snippers en olievlekken.
❏
Papier met textuur, bijzonder glad of glanzend papier geven geen goed
❏
Vochtig, gekruld, gekreukeld of gescheurd papier kan papierstoringen of een
slechte afdrukkwaliteit veroorzaken.
Enveloppen
Gebruik standaard enveloppen met diagonale naden en sluitkleppen.
Enveloppen moeten voldoen aan de voorwaarden voor normaal papier en ook aan
❏
De enveloppen mogen geen sluitclips, klemmen, vensters of zelfklevende
❏
De enveloppen moeten leeg zijn. Plaats niets in de enveloppen voordat u er op
❏
Enveloppen moeten plat en recht zijn. Verwijder krullen of vouwen uit de
enveloppen voordat u gaat afdrukken.
Opmerking
Voor papierformaten anders dan A4, Letter en Legal moet u de uitvoer met
afdrukzijde omhoog gebruiken. Zie pag. 4-10 voor meer informatie.
Opmerking
Voor het afdrukken op enveloppen dient u de uitvoer met tekstzijde omhoog te
gebruiken. Zie pag. 4-10 voor meer informatie.
Comments to this Manuals