Door op [Veriëren] op het weergegeven scherm te klikken, kunt u controleren of de ingestelde authenticatie-
informatie op het apparaat overeenstemt met de ingevoerde inhoud.
[Instellingen voor gebruikersnaam]
Hiermee kunt u een gebruikersnaam instellen die voor de afdruktaken moet worden gebruikt. De ingestelde
gebruikersnaam wordt op het bedieningspaneel van het apparaat weergegeven en wordt gebruikt als de
gebruikersnaam voor kop- of voetteksten.
OPMERKING
● Als u de gebruikersvericatiefunctie gebruikt, heeft de gebruikersnaam die is ingesteld voor deze functie
prioriteit.
[Apparaatinstellingen]
Hiermee kunt u apparaatopties en beheerdersinstellingen congureren.
OPMERKING
● Als u op [Apparaatinstellingen] klikt, wordt het afdrukinstellingsscherm gesloten nadat er een
bevestigingsscherm wordt weergegeven dat vraagt of u de instellingen wilt opslaan.
[Info]
Geeft informatie over de versie van het stuurprogramma weer.
Verwante onderwerpen
Algemene instellingen voor alle bladen(P. 69)
De lijst met favoriete instellingen bewerken(P. 56)
De apparaatinformatie ophalen(P. 60)
De authenticatiefunctie instellen(P. 63)
De gebruikersnaam instellen(P. 65)
Instellingenlijst
86
Comments to this Manuals