Foto’s bewerken
157
U kunt een deel van een beeld opgeven om als afzonderlijk beeldbestand op
te slaan.
Selecteer [Trimmen].
z Druk op de knop n en selecteer
[Trimmen] op het tabblad 1 (p. 44).
Selecteer een beeld.
z Druk op de knoppen qr om een beeld te
kiezen en druk daarna op de knop m.
Pas het bijsnijgebied aan.
X Er verschijnt een kader rond het gedeelte van
het beeld dat u wilt bijsnijden.
X Het oorspronkelijke beeld wordt linksboven in
het scherm weergegeven en een voorbeeld
van het bijgesneden beeld wordt rechtsboven
weergegeven.
z Om de grootte van het kader te wijzigen,
beweegt u de zoomknop.
z
Om het kader te verplaatsen drukt u op de
knoppen
opqr
.
z Als u de richting van het kader wilt wijzigen,
drukt u op de knop m.
z Druk op de knop n.
Sla het beeld op als een nieuw
beeld en bekijk dit.
z Volg stap 4–5 op p. 156.
• Beelden die in stap 3 zijn opgeslagen als , kunnen niet worden
bewerkt.
• Beelden kunnen niet worden voorzien van een hogere resolutie.
Bijsnijden
Bijsnijgebied
Voorbeeld van beeld na
bijsnijden
Resolutie na bijsnijden
Comments to this Manuals