61
De flitser inschakelen
Als u wilt, kan de flitser bij elke opname worden gebruikt. Het flitsbereik
is ongeveer 30 cm – 3,0 m vanaf het uiteinde van de lens (wanneer de
zoomknop naar j wordt geduwd en wordt vastgehouden tot de lens stopt
met bewegen; dit is de maximale groothoekinstelling van de lens), en
ongeveer 30 cm – 2,0 m (wanneer de zoomknop naar i wordt geduwd
en wordt vastgehouden tot de lens stopt met bewegen; dit is de maximale
telelensinstelling van de lens).
Selecteer h.
● Druk eerst op de knop r en gebruik daarna
de knoppen qr om h te selecteren.
Druk vervolgens op de knop m.
Na de instelling verschijnt h op het scherm.
Close-ups maken (macro)
U kunt een foto van een object maken op korte afstand of zelfs van extreem
dichtbij. De afstand waarbinnen opname mogelijk is (scherpstelzone),
is ongeveer 1 – 50 cm vanaf het uiteinde van de lens (als de zoomknop
naar j wordt geduwd tot de lens niet meer beweegt, en dus de maximale
groothoekinstelling van de lens is bereikt).
Selecteer e.
● Druk eerst op de knop q en gebruik daarna
de knoppen qr om e te selecteren.
Druk vervolgens op de knop m.
Nadat u dit hebt ingesteld, verschijnt e
op het scherm.
De randen van het beeld kunnen donker worden als er wordt geflitst.
Hoe kan ik betere close-ups maken?
• Probeer de camera op een statief te zetten en opnamen te maken
met Î, zodat de camera niet kan bewegen waardoor het beeld
onscherp wordt (p. 68).
• U kunt het AF-kader verkleinen wanneer u wilt scherpstellen
op een specifiek gedeelte van het onderwerp (p. 73).
Comments to this Manuals