8
Controleer [Lijst met printers voor stuurprogramma-installatie] → klik op [Starten].
Ga door met de installatie volgens de instructies op het scherm.
9
Klik op [Opnieuw opstarten] (of [Afsluiten]).
Het geïnstalleerde apparaat wordt weergegeven onder [Apparaten en printers] in het
Windows Conguratiescherm.
Verwante onderwerpen
Over de installatie(P. 14)
[Aangepast] selecteren om te installeren(P. 27)
De Instellingen voor afdrukserver delen congureren(P. 48)
Installeren met het installatieprogramma
26
Comments to this Manuals