230
Basisfunctiesvandecameraaanpassen
De digitale horizon kalibreren
Kalibreerdedigitalehorizonalshetlijktalsofdezeniethelptomwaterpas
opnamentemaken.
1 Zorgdatdecamera
waterpasstaat.
Plaatsdecameraopeenvlakke
ondergrond,bijvoorbeeldeentafel.
2 Openhetscherm
[Digitalehorizon].
Selecteer[Digitalehorizon]endruk
vervolgensopdeknop
<m>
.
3 Kalibreerdedigitalehorizon.
Omlinks/rechtskantelentecorrigeren,
kiestu[Kalibratiehorizontalerol]enom
vooruit/achteruitkantelentecorrigeren,
kiestu[Kalibratieverticalepitch],gevolgd
doordeknop<m>.Erverschijnteen
bevestigingsberichtophetscherm.
Kies[OK]endrukopdeknop<m>.
Dedigitalehorizonherstellen
Hersteldeoorspronkelijketoestandvandedigitalehorizonalsvolgt.
Ditisalleenmogelijkalsudedigitalehorizonhebtgekalibreerd.
Selecteer[Digitalehorizon]en
drukvervolgensopdeknop<m>.
Kies[Reset]endrukvervolgensopde
knop<m>.
Zodradedigitalehorizonishersteld,wordt
hetmenuschermopnieuwweergegeven.
Comments to this Manuals