Canon PowerShot G1 X Mark III User Manual Page 165

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 231
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 164
165
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Vóór gebruik
Index
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/
modus Hybride automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
De GPS-verwervingsstatus wordt aangeduid met een van de
volgende pictogrammen.
[
] aan het verkrijgen, [ ] niet aan het verkrijgen
Om de GPS-informatie te controleren die van de smartphone
wordt verkregen, kiest u MENU (
=
31) > tabblad [ 4] >
[GPS-instellingen] > [GPS-informatiedisplay].
De camera op afstand bedienen met
een smartphone
De camera bedienen via Wi-Fi
U kunt foto’s maken of lms opnemen terwijl u een opnamescherm bekijkt
op uw smartphone.
Privacyinstellingen moeten van tevoren worden gecongureerd
om het weergeven van alle beelden vanaf de smartphone toe te
staan (
=
146).
1
Zet de camera vast.
z Om de camera stil te houden, plaatst
u deze op een statief of neemt u andere
maatregelen.
2
Sluit de camera en de smartphone
aan (=
146).
z Kies [Ja] voor de privacy-instellingen.
3
Selecteer Live View-opnamen
maken op afstand.
z Selecteer [Remote live view shooting/Live
opnamen maken op afstand] in Camera
Connect op de smartphone.
z Zodra de camera klaar is voor Live View-
opnamen maken op afstand, wordt een
livebeeld van de camera weergegeven
op de smartphone.
3
Congureer de instelling.
z Kies [GPS via mobiel] en druk vervolgens
op de knoppen [ ][ ] of draai aan de
knop [ ] om [Insch.] te kiezen.
4
Maak de opname.
z De foto’s en lms die u opneemt, worden
nu voorzien van een geotag met behulp
van GPS-informatie van de smartphone.
U kunt deze informatie controleren
zoals wordt beschreven bij “GPS-
informatieweergave” (
=
113).
z De volgende keer wanneer u Camera
Connect hebt geopend op uw
smartphone, dient u voor de opname te
controleren of de camera en smartphone
via Bluetooth met elkaar zijn verbonden.
Beelden worden op deze wijze niet van een geotag voorzien,
tenzij Camera Connect geopend is.
De GPS-informatie die aan uw lm wordt toegevoegd,
wordt aan het begin van de opname verkregen.
GPS-informatie kan niet worden bijgewerkt, tenzij Wi-Fi
is uitgeschakeld.
De GPS-informatie die aan beelden wordt toegevoegd bij Live
View-opnamen op afstand wordt aan het begin verkregen,
wanneer u overschakelt naar een Wi-Fi-verbinding.
Beelden worden mogelijk niet van een geotag voorzien indien
u verbinding maakt via NFC of Bluetooth terwijl de camera
is uitgeschakeld.
Met behulp van de locatiegegevens die als geotag aan uw foto’s
of lms zijn toegevoegd, kunnen andere mensen u herkennen
of uw locatie bepalen. Wees voorzichtig als u deze beelden met
anderen deelt, bijvoorbeeld als u beelden online plaatst waar vele
anderen ze kunnen bekijken.
Page view 164
1 2 ... 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170 ... 230 231

Comments to this Manuals

No comments