INSTRUCTIEHANDLEIDINGINSTRUCTIEHANDLEIDINGNEDERLANDSDeze instructiehandleiding is geldig vanaf april 2009. Voor informatie over de compatibiliteit van
10InhoudsoverzichtOpnamen maken Automatisch opnamen maken Î pag. 43 - 55 (Basismodi) Continu-opnamen maken Î pag. 47, 50 en 68 (i Continu-opname
100Als gevolg van fysieke eigenschappen van de lens lijken de vier hoeken van de opname mogelijk donkerder. Dit wordt verval van het lenslicht of verm
1013 Correctie voor belichting in het buitengebiedDe camera bevat reeds correctiegegevens voor belichting in het buitengebied voor ongeveer 25 objecti
102De opname-instellingen worden op het LCD-scherm weergegeven, waar u de functies direct kunt selecteren en instellen. Dit wordt het scherm Snel inst
1030 Het scherm Snel instellen gebruiken Selecteer de functie in het scherm Snel instellen en druk op <0>. Het respectievelijke instellingensch
104De camerabeweging die wordt veroorzaakt door de reflexspiegelactie, kan van invloed zijn op foto's die zijn genomen met een superteleobjectief
1055Live view-opnamenU kunt opnamen maken terwijl het beeld op het LCD-scherm van de camera wordt weergegeven. Dit wordt 'Live view-opnamen'
1061Stel de opnamemodus in. Stel de opnamemodus in op een creatieve modus. Live view-opnamen kan niet worden gebruikt in de basismodi.2Geef de Live
107A Live view-opnamenNStel [Live view opname.] bij [6 Live view functie inst.] in op [Inschakelen].Levensduur batterij bij Live view-opnamen [Geschat
108In dit gedeelte worden de instellingen besproken die specifiek zijn voor Live view-opnamen.Op het tabblad [6] vindt u in het menu [Live view functi
109A Opnamefuncties instellenN2Selecteer de functie en stel deze in. Druk op de toets <S> om de in te stellen functie te selecteren.X De naam v
11 Een opname groot afdrukkenÎ pag. 70 (73, 83 en 1) Veel opnamen maken Î pag. 70 (76 en 86)Scherpstellen Het scherpstelpunt wijzigen Î pag. 66 (S A
110A Opnamefuncties instellenN Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd.Het informatiedisplayVergrotingskaderI
111De beschikbare AF-modi zijn [Live mode], [u Live mode] (gezichtsherkenning, pag. 112) en [Quick mode] (pag. 116).Wanneer u nauwkeuring wilt scherps
112Automatisch scherpstellenN3Stel scherp op het onderwerp. Richt het AF-punt op het onderwerp en houd de knop <A> ingedrukt.X Als de scherpste
113Automatisch scherpstellenN2Stel scherp op het onderwerp. Druk op de knop <A> om scherp te stellen op het gezicht dat door het kader <p>
114Automatisch scherpstellenNAutomatisch scherpstellen Het duurt iets langer om scherp te stellen. Zelfs wanneer de scherpstelling al was bereikt, w
115Automatisch scherpstellenNOpnameomstandigheden waarin moeilijk kan worden scherpgesteld: Bij onderwerpen met weinig contrast, zoals een blauwe luc
116Automatisch scherpstellenNDe speciale AF-sensor wordt op dezelfde manier gebruikt om scherp te stellen in de modus 1-beeld AF (pag. 64) als bij het
117Automatisch scherpstellenN3Stel scherp op het onderwerp. Richt het AF-punt op het onderwerp en houd de knop <A> ingedrukt.X De Live view-opn
118U kunt de opname vergroten en handmatig nauwkeurig scherpstellen.1Stel de modusschakelaar op het objectief in op <MF>. Draai de focusring va
119Opmerkingen over de Live view-opname Bij weinig of juist heel fel licht is het mogelijk dat in de Live view-opname niet de helderheid van de feite
12Omgaan met de camera Deze camera is een precisie-instrument. Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan fysieke schokken. De camera is
120Opmerkingen over opnameresultaten Als u lange tijd continu-opnamen maakt met de Live view-functie, kan de temperatuur binnen de camera oplopen, wa
1216FilmopnamenStel het programmakeuzewiel in op <k> om filmopnamen te maken. Films worden in de indeling MOV opgenomen.SD-kaarten voor filmopna
122U wordt aangeraden de camera op een televisie aan te sluiten als u films wilt afspelen (pag. 156 - 157).1Stel het programmakeuzewiel in op <k>
123In dit gedeelte worden de instellingen besproken die specifiek zijn voor filmopnamen.Open het filmmenu. Selecteer het menutabblad [k]. De weergeg
Instellingen voor film124 RasterweergaveMet [Raster 1l] of [Raster 2m] kunt u rasterlijnen weergeven. MeettimerMet de knop <Z> kunt u bepalen
125Instellingen voor filmU kunt te allen tijde een foto nemen door de ontspanknop volledig in te drukken, zelfs tijdens filmopnamen.Foto's nemen
Instellingen voor film126 Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd.Het informatiedisplayAF-modus·d: Live mode·
127Opmerkingen over filmopnamenOpname- en beeldkwaliteit Bij [1920x1080] is de framesnelheid van de opname lager en daardoor zien snel bewegende onde
128Opmerkingen over filmopnamenToename van de cameratemperatuur en een lagere opnamekwaliteit Als u lange tijd achtereen filmopnamen maakt, neemt de
1297Handige functies De pieptoon uitzetten (pag. 130) Kaartwaarschuwing (pag. 130) De kijktijd instellen (pag. 130) De tijd voor automatisch uitsc
13Tips en waarschuwingen voor het gebruikLCD-scherm Hoewel het LCD-scherm is gefabriceerd met hogeprecisietechnologie en meer dan 99,99% effectieve p
130U kunt voorkomen dat er een pieptoon afgaat zodra is scherpgesteld of bij het gebruik van de zelfontspanner.Selecteer op het tabblad [1] de optie [
131Handige functiesOm de batterij te sparen, wordt de camera automatisch uitgeschakeld nadat de camera gedurende een bepaalde ingestelde tijd niet is
Handige functies132Het bestandsnummer is te vergelijken met het beeldnummer op een fotorolletje. De opnamen krijgen opeenvolgende bestandsnummers van
133Handige functies [Auto reset]: De bestandsnummering begint weer bij 0001 wanneer de kaart wordt vervangen.Telkens wanneer u de kaart vervangt, beg
Handige functies134Verticale opnamen worden automatisch gedraaid, zodat ze verticaal in plaats van horizontaal op het LCD-scherm van de camera of op d
135Handige functiesDruk terwijl het menu wordt weergegeven op de knop <B> om de huidige camera-instellingen weer te geven. Druk terwijl het men
Handige functies136De opname-instellingen van de camera en de persoonlijke voorkeuzen worden teruggezet op de standaardwaarden. Dit werkt in de modus
137Handige functiesAls u EOS Utility (meegeleverde software) gebruikt om uw copyrightgegevens in te stellen, wordt de copyrightinfo toegevoegd aan de
Handige functies138Hiermee kunt u voorkomen dat de sensor voor het uitschakelen van het scherm automatisch de weergave met opname-instellingen uitscha
139De instellingen voor de ingebouwde flitser en de externe Speedlite kunnen via het menu worden ingesteld. De opties in het menu [*** externe flitser
14Verkorte handleiding1Plaats de batterij. (pag. 26)Ga voor meer informatie over het opladen van de batterij naar pagina 24.2Bevestig het objectief. (
3 De flitser instellenN140[Func.inst. interne flitser] en [Func.inst. externe flitser] Instelbare functies* Raadpleeg voor meer informatie over de [FE
1413 De flitser instellenN Flitsbelicht.compensatieZie 'y Flitsbelichtingscompensatie' op pagina 85. E-TTL IIVoor normale flitsbelichtinge
142Als u de aan-uitschakelaar op <1> of <2> zet, verwijdert de zelfreinigende sensor automatisch het stof van de voorzijde van de sensor.
143De zelfreinigende sensor zal er gewoonlijk voor zorgen dat er nauwelijks stof zichtbaar is op opnamen. Als er echter zichtbaar stof achterblijft, k
3 Stofwisdata toevoegenN1443Fotografeer een effen wit object. Vul de zoeker op een afstand van 20-30 cm met een effen wit object zonder patroon en maa
145Stof dat na de automatische sensorreiniging is achtergebleven, kunt u handmatig verwijderen met een blaasbuisje (zonder borstel) of een vergelijkba
3 Handmatige sensorreinigingN146 Tijdens het reinigen van de sensor moet u geen van de onderstaande handelingen verrichten. Als de stroomvoorziening
1478Opnamen weergevenIn dit hoofdstuk worden de functies voor het bekijken van foto's en video's uitgelegd, waarbij dit onderwerp uitgebreid
148Zoek snel naar opnamen met de indexweergave waarbij vier of negen opnamen op één scherm worden weergegeven.1Geef de opname weer. Als u op de knop
149x Snel opnamen zoekenBij de weergave van afzonderlijke opnamen kunt u aan het instelwiel <6> draaien om snel door de opnamen te bladeren.1Sel
15Verkorte handleiding6Stel het programmakeuzewiel in op <1> (Automatisch). (pag. 44)Alle camera-instellingen worden automatisch ingesteld.7Stel
150Opnamen kunnen op het LCD-scherm 1,5 tot 10 maal worden uitvergroot.1Vergroot de opname. Druk tijdens de opnameweergave op de knop <u>.X De
151U kunt de weergegeven opname in de gewenste positie draaien.1Selecteer [Roteren]. Selecteer [Roteren] op het tabblad [3] en druk vervolgens op <
1521Geef de opname weer. Druk op de knop <x> om de opname weer te geven.2Selecteer een film. Druk op de toets <U> om de opname te selecte
153k Films afspelenFunctie Beschrijving van weergave2 AfsluitenHiermee keert u terug naar de weergave van één opname.7 AfspelenDoor op <0> te dr
154U kunt de opnamen op de kaart weergeven als een automatische diavoorstelling.1Selecteer [Diavoorstelling]. Selecteer [Diavoorstelling] op het tabb
1553 Diavoorstelling (automatische weergave) 3Stel de weergavetijd in en herhaal de optie. Druk op de toets <V> om [Stel in] te selecteren en dr
156U kunt de foto's en films ook weergeven op een tv. Voordat u de kabel tussen de camera en de tv aansluit of verwijdert, schakelt u de camera e
157Opnamen op de tv bekijkenHiervoor hebt u de HDMI-kabel HTC-100 (afzonderlijk verkrijgbaar) nodig.1Sluit de HDMI-kabel aan op de camera. Sluit de HD
158Door opnamen te beveiligen voorkomt u dat deze per ongeluk worden verwijderd.1Selecteer [Beveilig beelden]. Selecteer [Beveilig beelden] op het tab
159U kunt opnamen één voor één selecteren en wissen, of in een batch. Beveiligde opnamen (pag. 158) worden niet gewist.Als een opname eenmaal is gewis
16De vetgedrukte onderdelen worden uitgelegd tot het gedeelte 'Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen'.Namen van onderdelenAa
L Opnamen wissen1602Selecteer [Selecteer en wis beelden]. Selecteer [Selecteer en wis beelden] en druk vervolgens op <0>.X Er wordt een opname w
161Wanneer u tijdens de weergave van één opname op de knop <B > drukt, kunt u de weergave met opname-informatie wijzigen. De meest gedetailleerd
B Weergave met opname-informatie162 Het histogramHet helderheidshistogram toont de verdeling van het belichtingsniveau en de algehele helderheid. Het
1639Opnamen afdrukken enoverbrengen naar een computer Afdrukken (pag. 164)U kunt de camera rechtstreeks aansluiten op een printer en de opnamen op de
164De procedure voor rechtstreeks afdrukken wordt helemaal uitgevoerd via het LCD-scherm van de camera.1Zet de aan-uitschakelaar van de camera op <
165Het afdrukken voorbereiden6Geef de opname weer. Druk op de knop <x>.X De opname wordt weergegeven en het pictogram <w> dat in de linke
166De schermweergave en instellingsopties kunnen per printer verschillen. Sommige instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar. Raadpleeg de instructie
167wAfdrukken Selecteer het formaat van het papier dat in de printer is geplaatst en druk vervolgens op <0>.X Het scherm met papiersoorten word
wAfdrukken1684Stel de afdrukeffecten in. Stel deze naar wens in. Ga naar stap 5 als u geen afdrukeffecten wilt instellen. De schermweergave kan per p
169wAfdrukken5Stel het afdrukken van de datum en het bestandsnummer in. Stel deze naar wens in. Selecteer <I> en druk vervolgens op <0>.
17Namen van onderdelenOogschelp (pag. 195)ZoekeroculairSchermuitschakelingssensor (pag. 138)<B> Knop voor scherm met opname- instellingen (pa
wAfdrukken170Selecteer het afdrukeffect als is beschreven bij stap 4 op pagina 168. Druk op de knop <B> als naast <z> het pictogram <e&
171wAfdrukkenU kunt de opname bijsnijden en alleen het bijgesneden gedeelte afdrukken, net alsof de compositie opnieuw is bepaald. Snijd de opname bij
wAfdrukken172 Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat het bijgesneden gedeelte van de opname niet wordt afgedrukt zoals u hebt opgegeven. De a
173U kunt het afdruktype instellen en instellen of de datum en het bestandsnummer moeten worden afgedrukt. De afdrukinstellingen worden toegepast op a
W Digital Print Order Format (DPOF)1744 Verlaat de instelling. Druk op de knop <7>.X Het scherm met afdrukopties wordt weer weergegeven. Vervo
175W Digital Print Order Format (DPOF) Sel.BeeldSelecteer een voor een opnamen en voeg ze aan de afdruktaak toe.Druk op de knop <I> voor een we
176Met een PictBridge-printer kunt u opnamen eenvoudig met DPOF afdrukken.1 Het afdrukken voorbereiden. Zie pagina 164. Volg stap 1 - 5 bij 'De c
177Als u uw camera aansluit op een computer, kunt u met de camera opnamen van de kaart in de camera overbrengen. Dit wordt een rechtstreekse opnameove
d Opnamen overbrengen naar een computer1784Zet de aan-uitschakelaar van de camera op <1>. Selecteer [EOS Utility] wanneer het dialoogvenster vo
179d Opnamen overbrengen naar een computerOpties worden hieronder besproken, met uitzondering van [Alle beelden]. Om de opnameoverdracht te starten, d
Namen van onderdelen18Scherm met opname-instellingenEr worden alleen instellingen weergegeven die momenteel zijn toegepast.DiafragmaResterende opnamen
d Opnamen overbrengen naar een computer180Op het tabblad [3] kunt u met [Opdracht verplaatsen] selecteren welke opnamen naar een computer moeten worde
18110De camera aanpassenaan uw voorkeurenU kunt verschillende camerafuncties aanpassen aan uw opnamevoorkeuren. Hiervoor gebruikt u persoonlijke voork
1821Selecteer [Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)]. Selecteer op het tabblad [7] de optie [Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)] en druk vervolgens op <0>.2
1833 Persoonlijke voorkeuzen instellenNPersoonlijke voorkeuzenC.Fn I: BelichtingA LV-opnamenk Film-opnamen1 Belichtingsniveau verhogingpag. 184k2 ISO
184De persoonlijke voorkeuzen zijn ondergebracht in vier groepen op basis van functietype: C.Fn I: Belichting, C.Fn II: Beeld, C.Fn III: Auto focus/Dr
1853 Persoonlijke voorkeuze-instellingenNC.Fn II: BeeldC.Fn-4 Ruisreductie lange sluitertijd0: Uit1: AutoBij een belichtingstijd van 1 seconde of lang
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN186C.Fn-6 Lichte tonen prioriteit0: Uitschakelen1: ActiverenVerbetert de details in lichte tinten. Het dynamisch
1873 Persoonlijke voorkeuze-instellingenNC.Fn III: Autofocus/DriveC.Fn-8 AF-hulplichtHet AF-hulplicht kan door de ingebouwde flitser van de camera of
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN188C.Fn IV: Bediening/OverigC.Fn-10 Sluiter/AE-vergrendelknop0: AF/AE vergrendel1: AE vergrendel/AFDit is handig
1893 Persoonlijke voorkeuze-instellingenNC.Fn-12 LCD-display bij inschakelen0: BeeldschermAls de camera wordt ingeschakeld, worden de opname-instellin
19Namen van onderdelenZoekerinformatieEr worden alleen instellingen weergegeven die momenteel zijn toegepast.DiafragmaIndicator voor weergave AF-punt
190Op het tabblad My Menu kunt u tot zes menuopties en persoonlijke voorkeuzen vastleggen waarvan u de instellingen regelmatig wijzigt.1Selecteer [My
19111ReferentieDit hoofdstuk bevat naslaginformatie over de functies van de camera, systeemaccessoires en andere zaken. Het hoofdstuk bevat achterin e
192Soms kan niet automatisch worden scherpgesteld (het focusbevestigingslampje <o> knippert). Dit kan onder meer bij de volgende onderwerpen voo
193Met de AC-adapterset ACK-E5 (afzonderlijk verkrijgbaar) kunt u de camera op een gewoon stopcontact aansluiten en hoeft u het batterijniveau niet in
194Afstandsbediening waarmee u draadloos opnamen kunt maken op maximaal 5 meter afstand van de camera. De RC-1 kan de sluiter meteen laten ontspannen
195Opnamen maken met afstandsbedieningAls u een opname maakt zonder door de zoeker te kijken, kan er licht door het oculair vallen, wat een nadelige i
196Deze Speedlites functioneren als een ingebouwde flitser, zodat ze gemakkelijk kunnen worden bediend.Wanneer een Speedlite uit de EX-serie (afzonder
197Externe Speedlites Wanneer Speedlites uit de EZ-, E-, EG-, ML- en TL-serie worden ingesteld op de automatische TTL- of A-TTL-flitsmodus, werkt de
198o: Automatisch ingesteld k: Door gebruiker in te stellen : Niet in te stellenTabel met beschikbare functieskkkooookooookkkooookooookkkooookooookk
199Tabel met beschikbare functieso: Automatisch ingesteld k: Door gebruiker in te stellen : Niet in te stellen*1: verwijst naar '(2) De achte
2Bedankt voor het kopen van een Canon-product.De EOS 500D is een hoogwaardige digitale spiegelreflexcamera met een uiterst nauwkeurige CMOS-sensor met
Namen van onderdelen20ProgrammakeuzewielOp het programmakeuzewiel vindt u de basismodi, de creatieve modi en de filmmodus.BasismodiU hoeft alleen maar
2001 Opname 1 (Rood) Pagina2 Opname 2 (Rood)3 Weergave 1 (Blauw)Menu-instellingenKwaliteit 73 / 83 / 74 / 84 / 76 / 86 / 1+73 / 1 70PieptoonAan / Uit
201Menu-instellingen4 Weergave 2 (Blauw) Pagina5 Instellingen 1 (Geel)6 Instellingen 2 (Geel)7 Instellingen 3 (Geel)9 My Menu (Groen)Histogram Helderh
Menu-instellingen202k Film (Rood) PaginaMenu voor filmopnamenRasterweergave Uit / Raster 1l / Raster 2m 124Meettimer4 sec. / 16 sec. / 30 sec. / 1 min
203Raadpleeg bij problemen eerst dit gedeelte Problemen oplossen. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, neem dan contact op met uw dealer of
Problemen oplossen204 De functie voor automatisch uitschakelen is geactiveerd. Als u niet wilt dat de camera zichzelf uitschakelt, stelt u [5 Uitschak
205Problemen oplossen Stel [Hoge ISO-ruisreductie] in het menu [7 Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)] in op [Standaard], [Zwak] of [Deactiveren]. Als u de
Problemen oplossen206 Het uitschuifmechanisme van de flitser beweegt een beetje. Dit is normaal. Als u de flitser gebruikt of ISO 3200 of hoger is i
207Problemen oplossen Als er stof aan het LCD-scherm kleeft, kunt u het scherm afvegen met een lensdoekje of een ander zacht doekje. Bij lage of hog
Problemen oplossen208 De juiste datum en tijd zijn nog niet ingesteld (pag. 29). Controleer of de stekker van de AV-kabel of HDMI-kabel helemaal in
209Als er zich een probleem met de camera voordoet, wordt er een foutbericht weergegeven. Volg de instructies op het scherm.* Als de fout blijft aanho
21Namen van onderdelenEF-S 18-55mm f/3.5-5.6 IS-objectiefEF-S 18-200mm f/3.5-5.6 IS-objectiefFocusinstellingsknop (pag. 33)Objectiefbevestigingsmarker
210SysteemoverzichtOogschelp EfRubberframe EfOculairverlengstuk EP-EX15llDioptrische aanpassingslenzen E-serieHoekzoeker CSemi-harde cameratas EH19
211SysteemoverzichtEF-S-objectievenEF-objectievenAfstandsbediening RS-60E3Afstandsbediening RC-5Afstandsbediening RC-1Windows VistaWindows XPMac OS X
212•TypeType:Digitale AF/AE-spiegelreflexcamera met ingebouwde flitserOpnamemedia: SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaartGrootte beeldsensor: 22,3 x 14,
213SpecificatiesVergroting: Circa 0,87x (-1 m-1 met 50mm-objectief bij oneindig)Gezichtspunt:Circa 19 mm (vanaf het midden van de oculairlens bij -1 m
Specificaties214• FlitserIngebouwde flitser: Intrekbare, automatische flitser Richtgetal: 13 meter (bij ISO 100) Flitsbereik: Beeldhoek 17 mm-lensRecy
215Specificaties•LCD-schermType: TFT-kleurenscherm van vloeibare kristallen (aanpassing helderheid tot 7 niveaus)Schermformaat en punten:3 inch met ci
Specificaties216Levensduur batterij: Bij opnamen met de zoeker:(gebaseerd op CIPA- Circa 400 opnamen bij 23 °C, circa. 380 opnamen bij 0 °C testnormen
217Specificaties• EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 ISBeeldhoek: Diagonaal bereik: 74°20’ - 27°50’Horizontaal bereik: 64°30’ - 23°20’Verticaal bereik: 45°30’ - 1
218Handelsmerken Adobe is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. Windows is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corpor
219VeiligheidsmaatregelenVoorkom letsel, dodelijke ongevallen of schade aan materiaal door deze veiligheidsmaatregelen op te volgen en de apparatuur o
Namen van onderdelen22Batterijoplader LC-E5Oplader voor batterij LP-E5 (pag. 24).Batterijoplader LC-E5EOplader voor batterij LP-E5 (pag. 24).Batterijc
220• Als u de apparatuur laat vallen en de behuizing zodanig beschadigd raakt dat de inwendige onderdelen bloot komen te liggen, raak deze dan niet aa
221Alleen Europese Unie (en EER).Dit symbool geeft aan dat dit product in overeenstemming met de AEEA-richtlijn (2002/96/EG) en de nationale wetgeving
222Index1e-gordijnsynchronisatie ...1402e-gordijnsynchronisatie ...140AA/V OUT-aansluiting ... 156Aansluiting
223IndexDDatum/tijd ...29Deelmeting ...83Diavoorstelling ...
224IndexKleurtemperatuur ... 96Kleurtoon ...89Klok → Datum/tijdLLandschap ...
225IndexOpnamemodus ...20A-DEP (Automatische scherptediepte AE) ...82M (Handmatige belichting) ...8
226IndexSnoer ...3, 211Spiegel opklappen ...104, 187Sport ...
2272Bedankt voor het kopen van een Canon-product.De EOS 500D is een hoogwaardige digitale spiegelreflexcamera met een uiterst nauwkeurige CMOS-sensor
INSTRUCTIEHANDLEIDINGINSTRUCTIEHANDLEIDINGNEDERLANDSDeze instructiehandleiding is geldig vanaf april 2009. Voor informatie over de compatibiliteit van
231Aan de slagIn dit hoofdstuk worden de voorbereidende stappen en de basisbediening van de camera uitgelegd.De riem bevestigenHaal het uiteinde van d
241Verwijder het beschermdeksel.2Plaats de batterij. Plaats de batterij op een veilige manier (zie illustratie). Om de batterij te verwijderen, herh
25De batterij opladen Het verdient aanbeveling om de batterij op te laden op de dag dat u deze gaat gebruiken of een dag ervoor.Zelfs wanneer de came
26Plaats een volledig opgeladen LP-E5-batterij in de camera.1Open het klepje van het batterijcompartiment. Schuif het schuifje in de richting van de
27Als u de camera inschakelt en het scherm met datum/tijd-instelling wordt weergegeven, raadpleeg dan pagina 29 om de datum en tijd in te stellen.<
De camera inschakelen28Wanneer de aan-uitschakelaar op <1> staat, heeft het batterijniveau een van de volgende vier niveaus:z : De batterij is v
29Als u de camera voor de eerste keer inschakelt of als de datum- en tijdsinstellingen opnieuw zijn ingesteld, wordt het instelscherm Datum/Tijd weerg
3Controleer voordat u begint of alle onderstaande onderdelen van de camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt.* Batter
301Geef het menu weer. Druk op de knop <M> om het menu weer te geven.2Selecteer op het tabblad [6] de optie [Taal ]. Druk op de toets <U>
31De opname wordt opgeslagen op de kaart (afzonderlijk verkrijgbaar).Zorg ervoor dat het schrijfbeveiligingsschuifje van de kaart omhoog staat zodat s
De SD-kaart plaatsen en verwijderen321Open het klepje. Zet de aan-uitschakelaar op <2>. Controleer of 'Opslaan...' niet wordt weerge
331Verwijder de doppen. Verwijder de achterste lensdop en de cameradop door ze los te draaien in de richting die door de pijl wordt aangegeven.2Beves
Een objectief bevestigen en verwijderen34Om in of uit te zoomen draait u de zoomring op het objectief met uw vingers.Als u wilt in- of uitzoomen, doe
35Wanneer u de ingebouwde Image Stabilizer (beeldstabilisatie) van het IS-objectief gebruikt, wordt bewegingsonscherpte gecorrigeerd voor scherpere op
36Draai aan de knop voor dioptrische aanpassing. Draai de knop naar links of rechts zodat de negen AF-punten in de zoeker scherp zijn.Om scherpe opna
37BasisbewerkingenDe ontspanknop heeft twee stappen. U kunt de ontspanknop half indrukken. Vervolgens kunt u de ontspanknop helemaal indrukken.Half in
38U kunt verschillende functies instellen met de menu's, zoals de opnamekwaliteit, datum/tijd, enzovoort. Terwijl u naar het LCD-scherm kijkt, ge
393 Menugebruik1Geef het menu weer. Druk op de knop <M> om het menu weer te geven.2Selecteer een tabblad. Druk op de toets <U> om een tab
4Pictogrammen in deze handleiding<6> : Het hoofdinstelwiel.<V> <U> : De pijltjestoetsen <S>.<0> : De instelknop.0, 9, 7
40Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd met een andere camera of computer, moet u de kaart met de camera formatteren.Wanneer de geheugenkaa
413 De kaart formatteren De kaart is nieuw. De kaart is geformatteerd met een andere camera of een computer. De kaart is volledig gevuld met opnamen
42Op het LCD-scherm kunnen schermen worden weergeven voor opname-instellingen, het menu, opnamen, enzovoort. Dit scherm wordt weergegeven als de camer
432Basisfuncties voor het makenen weergeven van opnamenIn dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de basismodi op het programmakeuzewiel kunt gebruiken vo
441Stel het programmakeuzewiel in op <1>.2Richt een AF-punt op het onderwerp. Bij het scherpstellen worden alle AF-punten gebruikt. Meestal word
451 Volautomatisch opnamen maken Het focusbevestigingslampje <o> knippert en het onderwerp is niet scherpgesteld.Richt het AF-punt op een gedeel
46Positioneer het onderwerp links of rechts, afhankelijk van de gehele opname, om te zorgen voor een gebalanceerde achtergrond en een goed perspectief
47De modus <2> (Portret) maakt de achtergrond onscherp, zodat personen duidelijker naar voren komen. Ook worden de huidtinten en het haar zachte
48Gebruik de modus <3> (Landschap) voor panoramafoto's en opnamen in de avond of om alles van dichtbij tot veraf scherp te stellen. Groene
49Wanneer u bloemen of kleine onderwerpen van dichtbij wilt fotograferen, gebruikt u hiervoor de modus <4> (Close-up). Gebruik een macro-objecti
5Voor nieuwe gebruikers worden in hoofdstuk 1 en 2 de basisbediening en opnameprocedures voor de camera uitgelegd.HoofdstukkenInleidingAlgemene inform
50Gebruik de modus <5> (Sport) voor het fotograferen van een bewegend onderwerp, bijvoorbeeld een rennend kind of een rijdende auto. Gebruik ee
51Gebruik de modus <6> (Nacht portret) als u 's avonds iemand wilt fotograferen en een natuurlijk uitziende belichting in de achtergrond wi
52Op plaatsen waar het gebruik van een flitser niet is toegestaan, gebruikt u de modus <7> (Flitser uit). Deze modus is ook geschikt wanneer u o
53In alle basismodi behalve <C> (Automatisch/creatief) wordt alles automatisch ingesteld. In de creatieve automatische modus <C> daarenteg
C Creatieve automatische opnamen54(1) FlitsenU kunt <a> (Autom. flits), <D> (Flitser aan) of <b> (Flitser uit) selecteren.Zie '
55C Creatieve automatische opnamen(4) BeeldeffectenNaast het standaardbeeldeffect, kunt u een effect instellen voor portretten, landschappen of zwart-
56Hieronder wordt beschreven hoe u opnamen het eenvoudigst kunt weergeven. Zie pagina 147 voor meer informatie over de weergaveprocedure.1Geef de opna
573GeavanceerdeopnametechniekenOm mislukte opnamen te voorkomen, worden in de basismodi de meeste functies automatisch ingesteld. Deze kunnen niet wor
58Om een goede belichting te verkrijgen, stelt de camera de belichting (sluitertijd en diafragma) automatisch in. Dit heet AE-programma.1Stel het prog
59d: AE-programma Wijzig de ISO-snelheid en gebruik de ingebouwde flitser.Om de belichting af te stemmen op het omgevingslicht en het onderwerp, kunt
612InleidingControlelijst onderdelen... 3Symbolen en afspraken die i
60Stel de ISO-snelheid (de lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op de waarde die voor het omgevingslicht gewenst is. In de basismodi wordt de ISO-
61Z: De ISO-snelheid wijzigenNAls u de ISO-snelheid instelt op 'AUTO', wordt de werkelijk in te stellen ISO-snelheid weergegeven wanneer u d
62Als u binnen bent of te maken hebt met slecht licht of tegenlicht, kunt u de ingebouwde flitser omhoog klappen en op de ontspanknop drukken om opnam
63D De ingebouwde flitser gebruiken Verhoog de ISO-snelheid als het onderwerp ver weg is.Door de ISO-snelheid te verhogen, kunt u het flitsbereik ver
64Selecteer de AF-modus die past bij de opnameomstandigheden en het onderwerp. In de basismodi wordt de optimale AF-modus automatisch ingesteld.1Op he
65E: De AF-modus wijzigenNDeze AF-modus is geschikt voor bewegende onderwerpen waarbij de scherpstelafstand telkens verandert. Zolang u de ontspanknop
66In de basismodi zijn alle AF-punten actief. In principe wordt scherpgesteld op het AF-punt in het dichtstbijzijnde onderwerp. Daarom stelt de camera
67S Het AF-punt selecterenN Als u van dichtbij een portret wilt maken, gebruikt u 1-beeld AF en stelt u scherp op de ogen.Als u eerst op de ogen sche
68U kunt maximaal 3,4 opnamen per seconde maken. Deze functie kunt u gebruiken als uw kind naar u toe rent en u de verschillende gezichtsuitdrukkingen
691Druk op de knop <YiQ>.2Selecteer de juiste instelling voor de zelfontspanner. Druk op de toets <U> om de gewenste instelling voor de ze
7Inhoud43Geavanceerde opnametechnieken 57d: AE-programma ...58
70U kunt kiezen met hoeveel megapixels u opnamen wilt maken (circa 15,1, 8,0 of 3,7 megapixels) en met welke beeldkwaliteit.1Selecteer [Kwaliteit]. S
713 De opnamekwaliteit instellen Ik wil de kwaliteit selecteren die bij het papierformaat past waarop ik wil afdrukken.Raadpleeg het diagram links bi
3 De opnamekwaliteit instellen721-opnamen zijn onbewerkte opnamegegevens die nog moeten worden omgezet in 73 of andere afbeeldingen. Hoewel voor het w
73Door een Picture Style te selecteren, kunt u opname-effecten verkrijgen die passen bij uw fotografische expressie of bij het onderwerp.1Druk op de k
A Een Picture Style selecterenN74S NeutraalDeze Picture Style is geschikt voor gebruikers die er de voorkeur aan geven om opnamen met de computer te b
754Meer geavanceerdetechniekenDit hoofdstuk is een aanvulling op het vorige hoofdstuk. U leest in dit hoofdstuk op welke manieren u nog meer creatief
76Met de modus <s> (automatische belichting met sluiterprioriteit) op het programmakeuzewiel kunt u de actie óf bevriezen óf onscherp maken.* &l
77s: Actiefoto's Een actie of bewegend onderwerp bevriezen.Gebruik een korte sluitertijd, bijvoorbeeld tussen 1/4000 en 1/500 seconde. Een renn
78Om een onscherpe achtergrond te verkrijgen of om onderwerpen die dichtbij of ver weg zijn scherp te krijgen, stelt u het programmakeuzewiel in op &l
79f: De scherptediepte wijzigen Houd er rekening mee dat wanneer u een kleiner diafragma gebruikt er bij slechte lichtomstandigheden bewegingsonscher
Inhoud88567Live view-opnamen 105A Live view-opnamen ... 106A Opnamefunct
f: De scherptediepte wijzigen80Om de juiste flitsbelichting te verkrijgen, wordt het flitsvermogen automatisch zo ingesteld dat dit met het ingestelde
81U kunt zowel de sluitertijd als het diafragma naar wens instellen. Bij gebruik van de flitser wordt de flitsbelichting automatisch zodanig ingesteld
82Er wordt automatisch scherpgesteld op objecten op de voorgrond en op de achtergrond. Alle AF-punten functioneren om het onderwerp waar te nemen en h
83Met de lichtmeetmethode bepaalt u de belichting. Verschillende lichtmeetmethoden meten de helderheid van het onderwerp op een andere manier. Meestal
84Belichtingscompensatie wordt gebruikt om de standaardbelichting die door de camera is ingesteld, te wijzigen. U kunt het beeld lichter (langere beli
85Belichtingscompensatie instellenNStel de flitsbelichtingscompensatie in wanneer de belichting van het onderwerp anders uitvalt dan gewenst.1Selectee
86Met deze functie gaat belichtingscompensatie een stap verder, doordat de belichting automatisch wordt gewijzigd voor drie opnamen, zoals hieronder i
873 Reeksopnamen met automatische belichtingN Volg stappen 1 en 2 als u de AEB-waarde niet wilt weergeven. De AEB-instelling wordt automatisch geann
88U kunt de Picture Style naar wens aanpassen door individuele parameters te wijzigen, bijvoorbeeld [Scherpte] en [Contrast]. Maak proefopnamen om het
89A Een Picture Style aanpassenN ScherpteHiermee kunt u de scherpte van de opname aanpassen.Als u de opname minder scherp wilt maken, stelt u de scher
9Inhoud10911Diavoorstelling (automatische weergave) ...154Opnamen op de tv bekijken ...
A Een Picture Style aanpassenN90Voor Monochroom kunt u, zoals op de vorige pagina is beschreven, naast [Scherpte] en [Contrast] ook [Filtereffect] en
91U kunt een basis Picture Style selecteren, zoals [Portret] of [Landschap], de parameters daarvan naar wens aanpassen en de stijl vervolgens vastlegg
A Een Picture Style vastleggenN925Selecteer een parameter. Selecteer een parameter zoals [Scherpte] en druk vervolgens op <0>.6Stel de paramete
93De kleurruimte verwijst naar het bereik van reproduceerbare kleuren. Met deze camera kunt u de kleurruimte voor opnamen instellen op sRGB of Adobe R
94Gebruik AE-vergrendeling wanneer het gebied waarop u wilt scherpstellen afwijkt van het lichtmetingsgebied of wanneer u meerdere foto's wilt ne
95Met de FE-vergrendeling wordt de instelling voor flitsbelichting vergrendeld in het gewenste gebied van het onderwerp. Deze functie kan ook worden g
96Witbalans (WB) zorgt ervoor dat witte gebieden er wit uitzien. Bij de instelling <Q> (Auto) zal doorgaans automatisch de juiste witbalans word
97B: De witbalans instellenN2Selecteer [Handmatige witbalans]. Op het tabblad [2] selecteert u [Handmatige witbalans] en drukt u vervolgens op <0&
98U kunt de ingestelde witbalans corrigeren. Deze correctie heeft hetzelfde effect als het gebruik van een in de handel verkrijgbaar kleurtemperatuurc
992 WitbalanscorrectieNHet is mogelijk om met één opname tegelijkertijd drie beelden met een verschillende kleurtoon op te slaan. De opname wordt niet
Comments to this Manuals