Belichting (Belichtingscompensatie)
104
Voordat u een opname maakt, kunnen extreem heldere of donkere gebieden
(zoals gezichten of achtergronden) worden getedecteerd en automatisch
worden aangepast aan de optimale helderheid.
Geef DR-correctie op om vervaagde highlights te vermijden.
Geef schaduwcorrectie op om beelddetails in schaduwen te behouden.
Kies uit drie correctiemethoden.
Druk op de knop m, kies in het menu
en kies de gewenste optie (p. 46).
Als de instelling is voltooid, wordt @
weergegeven.
De helderheid corrigeren (i-Contrast)
• In sommige opnameomstandigheden kan de correctie onnauwkeurig
zijn of korrelige beelden veroorzaken.
• U kunt bestaande beelden ook corrigeren (p. 169).
• U kunt de camera ook zo instellen dat u door te draaien aan de knop z of 7
de instellingen voor DR-correctie of schaduwcorrectie aanpast (p. 135).
DR-correctie (Dynamic Range-correctie)
• Met en wordt de ISO-waarde teruggezet op wanneer
u probeert een hogere waarde in te stellen dan .
• Met wordt de ISO-waarde teruggezet op wanneer u probeert
een lagere waarde in te stellen dan .
• Met wordt de ISO-waarde teruggezet op wanneer u probeert
een lagere waarde in te stellen dan .
Comments to this Manuals