166
Bewaar een kopie van beelden op een lagere resolutie.
Selecteer [Veranderen].
Druk op de knop n en selecteer
[Veranderen] op het tabblad 1 (p. 47).
Selecteer een beeld.
Druk op de knoppen qr of draai aan de knop
7 om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop m.
Selecteer een beeldformaat.
Druk op de knoppen qr of draai aan de knop
7 om het formaat te selecteren.
Druk vervolgens op de knop m.
[Nieuw beeld opslaan?] wordt weergegeven.
Sla het nieuwe beeld op.
Druk op de knoppen qr of draai aan de knop
7) om [OK] te selecteren. Druk vervolgens
op de knop m.
Het beeld wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
Bekijk het nieuwe beeld.
Druk op de knop n. [Nieuw beeld
weergeven?] wordt weergegeven.
Druk op de knoppen qr of draai aan de knop
7 om [Ja] te selecteren en druk vervolgens
op de knop m.
Het opgeslagen beeld wordt nu weergegeven.
Foto’s bewerken
• Beeldbewerking (pp. 166–170) is alleen mogelijk als er op de
geheugenkaart voldoende vrije ruimte is.
Het formaat van beelden wijzigen
Comments to this Manuals